November 1, 2006

Willy DeVille Trio - Nieuwe Luxor Theater Rotterdam

30 oktober 2006

Hij brak door in CBGB’s, de legendarische club in New York waar ook The Ramones en Blondie aan het eind van de jaren zeventig de basis voor een succesvolle carrière legden. Het zwaar vervallen podium ging onlangs dicht, maar Willy DeVille ploegt onverminderd voort. De vroegere voorman van Mink DeVille trad maandag 30 oktober op in het Nieuwe Luxor in Rotterdam. Met Cadillac Walk en Spanish Stroll had Mink DeVille hits in de hele wereld. De band werd gemakshalve onder de noemer new wave geschaard, maar feitelijk mixte de band rock ‘n roll en soul met Latijns-Amerikaanse klanken die voorman Willy DeVille als kind in de New Yorkse achterbuurten hoorde. De liefde voor exotische muziek is ook bijna dertig jaar na dato terug te horen in het repertoire van Willy DeVille, die het bandlidmaatschap reeds jaren geleden inruilde voor een solo-carrière. Trouw aan zijn reputatie deinst de zanger er niet voor terug de grenzen van zijn muzikaal universum te verleggen. Door zich te omringen met twee muzikanten laat hij alle versieringen voor wat ze zijn en toont de naakte essentie van zijn muziek. Zijn muzikale gezellen zijn pianist Darin Brown en zijn trouwe metgezel David Keyes op contrabas. Op het podium kruipt DeVille even gemakkelijk in de huid van de zigeuner, de country-bluesman, de junkie of de chicano. De muzikale chemie tussen dit akoestisch trio creëert een sound, waarin gespeeld wordt met de juiste timing en magische stiltes en waarbij de stem van Willy DeVille schommelt tussen hartverscheurend en onverwacht sober.


Alleen was ik naar het Niewe Luxor Theater Rotterdam getogen voor dit concert maar uiteraard kwam ik voor aanvang in de foyer van het Nieuwe Luxor Jan (Keith13) uit Hazerswoude tegen. Ik zeg ‘uiteraard’ want we zijn van elkaar op de hoogte dat we DeVille een warm hart toedragen. Jan is met zijn rijzige gestalte zelfs zeer prominent aanwezig in het publiek op de laatste dvd van Willy DeVille in Paradiso 2005.

Zowaar was er een goed voorprogramma, in de vorm van delta blues gitarist Keith B. Brown, die een kort maar indrukwekkend akoestisch optreden weggaf. Deze Singer-Songwriter speelde een soulful mix van country blues en soul-folk-pop. Zowel eigen nummers als originals. Keith B. Brown vertolkte in de film ‘The Soul Of A Man’, van Wim Wenders (Martin Scorsese productie) de rol van gitarist Skip James. Een zeer getalenteerde jongen deze Keith B. Eentje om in de gaten te blijven houden.

Willy DeVille, Amerikaans zanger en liedjesschrijver, geboren als William Borsay in Stamford, Connecticut op 25 augustus 1950. Voor het eerst sinds maart 2005 (toen in Nighttown) zag ik de broodmagere zanger met de scherpe kop en gouden tand weer live optreden. Gezeten in het pluche van stoel 17 op de 3e rij van dit prachtige Luxor theater zag ik dat hoge kuif en het streepdunne snorretje waren verdwenen. Hij doet met zijn gitzwarte lange lokken denken aan een indiaan en een piraat tegelijk. De gruizige stem en de flamboyante Willy DeVille-stijl waren er gelukkig nog als vanouds. DeVille woont alweer een tijdje in New Orleans en Mississippi, en zijn huidige muziekstijl is behoorlijk door deze streek beinvloed. Afijn, gezeten in dat pluche dus, bleek mijn rechter buurman een streekgenoot (’s-Gravenzander) te zijn en m’n linker buurvrouw een zeer gezellige bejaarde Rotterdamse dame in bontjas, die alle nummers meezong en een groot fan was. De sfeer zat er gelijk al goed in dus. Onder luid gejuich kwam Willy, dit keer zonder walking-cane, op zijn eigen wijze op. Zijn optredens mogen dan niet gladjes zijn, ze zijn wel puur. Zijn wijze van presenteren is uniek, als muzikant is Willy DeVille van zeldzame klasse. Dat blijkt direct: alles wat deze rauwe romanticus zingt, lijkt recht uit zijn hart te komen. Of hij nu Betty, Carmelita of Josephine bezingt, hij aanbidt ieder van hen met heel zijn hart en stembanden. Zijn schurende, versleten stem is vol liefde en gevoel. En hij is opvallend goed bij stem, voor zover daar bij hem sprake van kan zijn. DeVille en zijn twee kompanen, oudgediende David Keyes op bas en de jonge Darin Brown (32) op toetsen, zijn bovendien thuis in zo’n beetje alle roots-stijlen die het Amerikaanse continent voortgebracht heeft. Blues gaat net zo vlot als latin, rock’n’roll kan net zo swingen als tex-mex. En door de man die sigaret en gitaar afwisselt, klinkt alles als Willy. Het repertoire bestaat grotendeels uit klassiekers van de afgelopen pakweg honderd jaar. De Drifters-hit ‘Save the Last Dance for Me’ en ‘Just to Walk that Little Girl Home mede gecomponeerd door zijn overleden steun en toeverlaat Doc Pomus, allemaal passeren ze de revue. Opvallend is dat DeVilles eigen nummers in niets onderdoen voor die gouden nummers. Samen vormen ze een prachtig boeketje songs. En DeVille is de man die ze kan brengen, met verve en gevoel. Weinig zangers kunnen zijn pure passie tentoon spreiden. Deze man zingt zijn liedjes niet, hij lééft ze. Het best is hij in zijn ballads, wanneer hij zijn woorden bijna bidt. Veel echter en oprechter kan zang niet zijn.


Na afloop had ik de eer om vergezeld van een Rotterdamse fan Francina en Willy’s Dutch friend Don ‘de Indiaan’, Willy, David en Darin persoonlijk backstage te bedanken voor deze fantastische show! Waarna hij ons met zijn karakteristiek gruizige stem plechtig beloofde nog lang niet te zullen stoppen: “I only quit when I drop down". De man is van grote klasse! [GvdH - dank aan Luxor, Don en Peter Borgers]